Om een goede meester of juf te worden, heb je vakkennis en didactische vaardigheden nodig. Maar het gaat er ook om wie je zelf bent en wat je drijfveren zijn. In onze opleiding Leraar basisonderwijs besteed je aan al die aspecten van het leraarschap aandacht.In je opleiding sluiten we aan bij wie jíj bent; want geen student, en geen juf of meester is gelijk. Daarom zijn er op Driestar hogeschool verschillende studieroutes, specialisatie-opties en veel extra keuzemogelijkheden.
Als je voor onze opleiding kiest, dan kies je voor een opleiding waarin identiteit (Brongericht), de persoonlijke aanpak (mensgericht) en de hoge kwaliteit (inhoudsgericht) belangrijk zijn. Driestar hogeschool wil aankomende leraren en pedagogen vormen en inspireren, zodat ze later zowel als professional als vanuit hun christen-zijn van betekenis kunnen zijn voor kinderen en/of jongeren. Lees hier meer over de rode draad van de opleiding.
In jaar 1 en 2 van de pabo (voor verkorte routes: jaar 1) volg je de basisopleiding. Daarna ga je je in jaar 3 en 4 verder specialiseren door je te focussen op het jonge kind of op het oudere kind, door bepaalde schoolvakken te kiezen waarin je je extra verdiept en door de minor te kiezen die bij jou past. Meer informatie over deze specialisaties in jaar 3 en 4 vind je op het tabblad studieinformatie.
Het programma van de pabo is opgebouwd uit drie leerlijnen.
In deze leerlijn leg je de basis voor een goede beroepshouding. Het draait om jouw eigen staan in de maatschappij zodat je goede keuzes kunt maken voor de kinderen en de school. Niet het lesgeven, maar je eigen ontwikkeling staat centraal.
Deze leerlijn is het hart van de opleiding. Je leert nadenken over waarde(n)vol onderwijs en hoe je dat in de praktijk vormgeeft. Je werkt vanuit zeven thema’s, die alles te maken hebben met het beroep van leerkracht: de pedagogische relatie tussen de leerkracht en de leerling, de rol van gezag in die relatie, het creëren van stimulerende leeromgevingen, het organiseren van leeractiviteiten, de ontwikkeling van de leerling, zijn uniciteit en zijn verantwoordelijkheid. Daarnaast leer je praktische vaardigheden als presenteren, instructie geven en bordschrijven.
Dit is de leerlijn waarin de schoolvakken op het programma staan: godsdienst, Nederlands, rekenen, bewegingsonderwijs, beeldende vorming, muziek, natuuronderwijs en techniek, geschiedenis, aardrijkskunde en Engels. De werkvormen en de lesstof zijn ‘praktijknabij’: je kunt ze zo gebruiken in de basisschool.