Als leraar scheikunde help je leerlingen bij het bestuderen van de samenstelling en bouw van stoffen en van chemische veranderingen, die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden. Scheikunde is altijd in ontwikkeling. Overal in het dagelijkse leven kom je producten tegen, die met behulp van scheikunde ontwikkeld zijn. Bijvoorbeeld in de voedingsindustrie (in kleur-, geur- en smaakstoffen en conserveringsmiddelen), in geneesmiddelen en in kunststoftoepassingen. Ook in verband met een schoon milieu kom je scheikundige toepassingen tegen. Sommige toepassingen zijn heel spectaculair. Denk maar aan de ontwikkeling van kunststofhartkleppen of de ontwikkeling van zeer effectieve en milieuvriendelijke batterijen voor de auto’s van de toekomst. Als schoolvak heeft scheikunde veel verschillende onderdelen, zoals stoffen en materialen in huis, verbranden en verwarmen, alledaagse scheikunde, chemische reacties en natuurlijk veel practica in het laboratorium.
Tijdens de opleiding word je geleidelijk klaargestoomd om alle facetten van goed leraarschap te beheersen. Theorie en praktijk wisselen elkaar voortdurend af. Naast het leren van je vak en het doceren ervan, leer je ook vaardigheden op het gebied van pedagogiek, communicatie, onderzoek en organiseren. Reflecteren op je eigen handelen is een belangrijk onderdeel van je ontwikkeling als professionele docent. Je ontwikkelt hiermee de juiste beroepshouding en leert jezelf continu verbeteren.
Als leraar ben je, naast een expert op je vakgebied, ook pedagoog, communicatiedeskundige en organisatietalent in één. Het is een veelzijdig beroep en vereist veel kwaliteiten. Om het leraarschap aan te kunnen beschik je over een analytisch vermogen en kun je onderzoekend te werk gaan. Je hebt goede sociale vaardigheden en vindt het leuk om anderen iets te leren. Daarnaast is het belangrijk dat je ondernemend bent en kunt overtuigen.