In de propedeuse wordt veel aandacht besteed aan het leren in de praktijk. Om het oriënteren op de hoofdfase te ondersteunen gaan onze studenten uit de propedeuse in het tweede semester al de beroepspraktijk in voor een stage.
Als student doe je vanaf het tweede studiejaar ervaring op in verschillende contexten: het onderwijs, de sport én de buurtsport. In zowel het tweede als het derde studiejaar van de ALO zijn onze studenten gedurende het hele studiejaar (beide semesters!) twee dagen per week aanwezig op de leerwerkplek (dit is inclusief voorbereiding en evaluatie). Het gaat daarbij om een combinatie van de maandag en dinsdag óf de donderdag en vrijdag. Voor zowel sport als de buurtsport kan hier soms van worden afgeweken omdat in deze contexten ook op andere momenten aanwezigheid wordt verwacht (avonden enz.). De context waarbinnen je als student ervaring opdoet wisselt per semester, maar uitgangspunt is dat t alle drie de contexten worden doorlopen.
In het vierde studiejaar van de ALO is de student minimaal een half jaar op de leerwerkplek aan het werk. De student loopt nu een stage in het onderwijs en maakt een keuze voor het Voortgezet-, Basis-, of Speciaal onderwijs. Hierbij werkt hij aan de competenties op het hoogste niveau. De student rondt zijn ALO af met een afstudeertraject, dat in principe individueel wordt uitgevoerd, en bij voorkeur op de leerwerkplek waar stage wordt gelopen.