In de bacheloropleiding in de criminologische wetenschappen bestudeer je criminaliteit in de brede zin. Een criminoloog bestudeert immers maatschappelijke conflicten, criminaliteit, onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag. Als criminoloog denk je na over de definiëring van die begrippen, de aanpak ervan en preventie.
De aanpak van conflicten en criminaliteit kan zowel preventief zijn, om criminaliteit te voorkomen, als repressief en gefocust op vervolging, strafuitvoering en nazorg. Een criminoloog vraagt zich bijvoorbeeld af waarom groepen radicaliseren en zich afzetten tegen de maatschappij. Als criminoloog denk je na over welke sancties een effect hebben op de dader, maar bestudeer je ook of die sancties zinvol zijn voor het slachtoffer en voor het veiligheidsgevoel in de maatschappij.
Je onderzoekt dus diverse vormen van crimineel gedrag, preventie, vervolging, strafuitvoering en nazorg. Je krijgt bovendien ruim de kans om je wetenschappelijke inzichten te toetsen aan de criminologische praktijk via een stage. Je legt je eigen accent in de opleiding via het optiesysteem: je kunt kiezen tussen de optie criminologie of de optie recht.
Is deze opleiding iets voor jou?
Je bent geboeid door wat er in de samenleving gebeurt en volgt de actualiteit op de voet. Vooral conflictsituaties tussen individuen, tussen individuen en de maatschappij, tussen groepen en tussen culturen wekken jouw belangstelling op. Een criminoloog bestudeert immers maatschappelijke conflicten, criminaliteit, onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag. Als criminoloog denk je na over de definiëring van die begrippen, de aanpak ervan en preventie.
Je bent sociaal vaardig. Je werkt graag met mensen samen, bent bereid te luisteren en hebt een scherp opmerkingsvermogen.
Je beschikt over een gezonde portie doorzettingsvermogen. Je kunt grote hoeveelheden informatie verwerken en probleemoplossend denken.
Je hebt een kritische, leergierige en onderzoekende ingesteldheid. Je kunt informatie kritisch interpreteren en duidelijk je eigen mening formuleren.
Je bent taalvaardig en beheerst het Nederlands goed, zowel mondeling als schriftelijk. Je beschikt bovendien over een goede kennis van het Frans en het Engels voor het lezen van wetenschappelijke teksten.
