Hoe functioneert een gezond dier? Wat als het functioneren fout gaat? Hoe voorkom en behandel je zieke dieren? Wat is de relatie tussen het dier, de mens en de omgeving? In de bachelor Diergeneeskunde doe je veel kennis op over deze aspecten en kom je in aanraking met thema's die nauw samenhangen met diergezondheid (van zowel individuele dieren als groepen dieren) en volksgezondheid, zoals voedselveiligheid.
Je doet kennis en inzicht op over de werking van cellen, moleculen en organen van gezonde dieren en hoe deze met elkaar samenwerken, wat er gebeurt als een dier of groep dieren ziek wordt, hoe je kunt ingrijpen en welke gevolgen dat heeft voor dier en omgeving. Via cases (bijvoorbeeld een case over Q-koorts) leer je probleemgericht en klinisch te redeneren. Naast de medische kant in de opleiding is er veel aandacht voor algemene vaardigheden zoals samenwerken en communiceren.