In de muziekpijler vormen we je tot een muzikant die zijn musiceren in een breed kader kan inzetten. Daarvoor is het zogenaamde eerste musiceervak ingericht waarbij alle aandacht zich richt op muzikale vorming van de student. Het brede kader wordt bepaald doordat naast het eerste musiceervak de student ook nog practicumlessen krijgt in zingen, ensembleleiding en het spelen op gitaar, drums en piano. Muzikale vaardigheden doe je ook op in workshops en practica. Vanzelfsprekend komen allerlei muziekstijlen zowel op theoretisch als praktisch niveau aan bod, van klassieke muziek tot pop en wereldmuziek.
In de onderwijspijler krijg je les in didactiek, methodiek, algemene psychologie en pedagogiek. Een prominent onderdeel van je opleiding is de stage. Deze loopt door alle studiejaren heen. De stageplekken zijn heel divers. Een ander belangrijk onderdeel is het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Omdat een bevoegd muziekdocent ook CKV-onderwijs geeft, wordt er in de lessen, projecten en workshops aandacht besteed aan diverse vormen van kunst zoals bijvoorbeeld drama en beeldende kunst. Naast de praktijk is er aandacht voor de theorievorming. Zo volg je lessen gehoorvorming, muziektheorie, muziekgeschiedenis, arrangeren en muziekinformatietechnologie.
Nadat je het eerste musiceervak hebt afgesloten, studeer je af op een zelfgekozen onderwerp waar je een artikel over schrijft. Dat presenteer je tijdens een openbare bijeenkomst van de examencommissie.