Hoe je kennis vanaf dag één in de praktijk toepast.
Wist je dat?
Je met behulp van deze specialisatie je de kans krijgt om binnen vijf jaar de getuigschriften Bachelor of Social Work en Bachelor of Education in Primary Schools (Pabo) te behalen.
Je aan de slag kan als hulpverlenende leerkracht of als lesgevende hulpverlener.
Toen ze vijf jaar was wist ze het al. ‘Ik wil juf worden.’ Ze had het als klein meisje leuk op school, maar ook lastig. Haar plek heeft ze daar nooit echt gevonden. Misschien is toen wel haar passie voor dit vak ontstaan. Ze wil er in elk geval voor zorgen dat iedereen erbij hoort bij haar in de klas. En volgens Tess Overbeek draait de studie Sociaal Werk: Jeugd in Onderwijs ook helemaal om verbinden.
Tip van Tess: sta open voor verbinding
‘Wat is nu het kernwoord voor deze studie? Vroeg ik me af.’ En toen kwam het antwoord: verbinding. Tess: ‘Je hebt echt een verbinding met de hogeschool door het nauwe contact met andere studenten en docenten. Je gaat tijdens de studie de verbinding met jezelf aan door al het reflecteren. Je leert ook hoe je verbindt met kinderen. En met hun ouders. Vervolgens leer je hen weer met elkaar te verbinden. Dus mijn belangrijkste tip voor startende studenten is: sta open voor verbinding. Ik gebruik dat in mijn werk nog elke dag.
Meteen na haar studie rolde ze het werkveld in
‘Ik ben nu leerkracht van groep zes en zeven in het speciaal basisonderwijs. Meteen na het afronden van mijn studie afgelopen jaar, kon ik aan de slag. Ik had bij deze school al ervaring. In studiejaar vier en vijf liep ik hier stage. Ik ben blijven hangen omdat het vanuit beide kanten goed beviel.’
Een veilige omgeving voor kinderen én voor Tess
Daarom wil ze hier graag werken. ‘Het is een fijne plek voor startende leerkrachten. Je krijgt ruimte om te leren en groeien. Je wordt ook gecoacht. We kijken samen hoe het gaat en spreken daar dan open over met elkaar.’ Het grootste verschil met haar stageperiode en nu is vooral haar eigen gevoel. ‘Tijdens mijn afstudeerstage voelde ik me al erg serieus genomen. En nu durf ik mezelf ook volledig serieus te nemen. Je bent nu officieel bevoegd om dit werk te doen. Natuurlijk krijg je ook meer verantwoordelijkheden. Dingen die ik eerst onder begeleiding deed, doe ik nu zelfstandig.’ Daarom is het goed dat je zoveel stageloopt tijdens je opleiding. De overstap naar een echte baan is daardoor veel makkelijker.
Ik wilde altijd al graag het onderwijs in, maar had ook interesse in alles wat met de jeugdhulpverlening te maken heeft. Ik wilde en wil nu nog steeds kinderen die moeite hebben in het onderwijs extra ondersteuning bieden en hen helpen om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. In deze opleiding kan ik beide interesses vervullen en krijg ik zowel kennis over het onderwijs als kennis over bijvoorbeeld autisme en ADHD.
Ik weet nog goed dat ik bij de Open Dag van deze opleiding was en dacht: dit is dus precies wat ik wil. Ik zit hier helemaal op mijn plek. Hiervoor heb ik een mbo-opleiding gedaan, maar daar had ik dit gevoel helemaal niet. Het mooie aan deze opleiding is dat je naast regulier onderwijs ook uitwijkmogelijkheden hebt naar het speciaal onderwijs of naar een baan op het gebied van Sociaal Werk. Als ik een paar jaar buiten het onderwijs wil werken, kan dat dus ook. Die bewegingsvrijheid heb je.
Het eerste jaar
De klas bestaat uit ongeveer 6 studenten. Dit vind ik persoonlijk erg fijn, omdat je al vanaf het begin van de opleiding persoonlijke dingen deelt met elkaar. Dat vond ik best intens, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik een band met mijn klasgenoten heb opgebouwd. Het is goed dat we dit vanaf het eerste moment van de opleiding hebben gedaan, omdat je hier tijdens het verdere verloop van je studie nog heel veel aan kan hebben. Vanaf de tweede periode loop je namelijk stage. In het speciaal onderwijs zou het bijvoorbeeld zomaar eens kunnen dat een kind tegen je scheldt. Het is dan fijn dat je hier met je klasgenoten over kunt praten, zodat het niet aan je gaat vreten. Het is goed dat je vanaf het begin al een connectie met hen hebt opgebouwd en de muur hebt doorbroken.
Project en stage
Ik loop nu stage bij de Leo Kannerschool in Oegstgeest. Dat is een school voor autistische kinderen waar in plaats van 30 leerlingen 12 leerlingen in de klas zitten. Omdat je in het speciaal onderwijs in kleinere klassen werkt, kun je een betere connectie met de kinderen maken en hen de hulp bieden die ze nodig hebben. Het is altijd een drukke dag, maar na zo’n dag heb je wel heel veel voldoening.
Wij hebben een project dat in onze stage is verwikkeld. In dit project focus ik mij op één kind uit mijn stageklas. Voor dit kind heb ik een vragenkaartje ontwikkeld die ik kan gebruiken om met hem in gesprek te gaan wanneer hij zijn concentratie dreigt te verliezen. Tijdens het project gebruik ik technieken van andere vakken. Alle theorie die ik heb geleerd, kan ik op deze manier toepassen in de praktijk. Naast het project heb je natuurlijk ook nog tentamens. Het voordeel voor het maken van deze tentamens is dat ik heel veel theorie die we moeten leren al herken vanuit mijn stage. Zo herken ik bijvoorbeeld situaties vanuit de vakken ontwikkelingspsychologie of gespreksvaardigheden.
Voorbereiden op de praktijk
Als ik mijn mentor gesprekken zie voeren met kinderen, zie ik dat ook zij bepaalde technieken toepast. Bij haar gaat dit nu onbewust en op gevoel, maar bij mij natuurlijk nog niet. Als ik iets op een bepaalde manier aanpak, denk ik na over de reactie die ik verwacht terug te krijgen. Ik ben me daar nog heel bewust van, terwijl het voor mijn mentor allemaal heel automatisch gaat. Dat vind ik wel heel leuk én natuurlijk heel leerzaam om te zien.