Je weet alles van computers, computernetwerken, printers en telefoons. Je zorgt dat alles werkt, legt kabels en netwerken aan en installeert computers en andere apparatuur.

Wat leer je?

Je leert hoe datacommunicatie werkt en hoe netwerken in elkaar zitten. Je leert hoe computers werken en hoe ze eventueel gerepareerd kunnen worden. Wat je vooral leert is apparaten aansluiten op bestaande netwerken en applicaties en programma’s installeren. Ook leer je hoe je storingen bij gebruikers op kunt lossen. De vakken Nederlands, rekenen en burgerschap horen standaard bij deze opleiding en je kunt vaak nog extra keuzedelen kiezen om je verder te specialiseren.

Toelatingseisen

Je moet voldoen aan 1 van de volgende voorwaarden:

Gegevens over studierichting

BOL
2-3
Informatie en communicatietechnologie
Valt onder de studie
Er zijn geen open dagen beschikbaar.